In onze omgevingsvisie staat wat wij belangrijk vinden als het om onze leefomgeving gaat. Over alles wat we buiten zien, voelen, ervaren, horen en ruiken. Dit kan over gebouwen, wegen, stoepen en water gaan, maar ook over gras, bomen en monumenten. Over vergrijzing, het omgaan met het buitengebied, bereikbaarheid en winkelaanbod. Over gezondheid, veiligheid en duurzaamheid. In de omgevingsvisie kijken we dus niet alleen naar de fysieke leefomgeving. We kijken ook naar sociale onderwerpen die in onze gemeente spelen.
De omgevingsvisie beschrijft de gewenste toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen. De onderdelen van onze leefomgeving waar we trots op zijn, willen we graag beschermen. Onderdelen waar we minder trots op zijn willen we daarentegen graag verbeteren. In de omgevingsvisie leggen we ook nieuwe ambities vast. In deze visie schrijven we kortom op waar we de komende jaren mee aan de slag gaan.
Integrale aanpak
Deze omgevingsvisie gaat over de hele leefomgeving. In de visie kijken we minder vaak naar individuele beleidsnota’s, bijvoorbeeld naar het beleid ten aanzien van speeltuinen of parkeren. In plaats daarvan maken we keuzes per gebied waarin we al die zaken in samenhang bekijken. En daar koppelen we doelen en ambities aan. Dat noemen we ook wel de integrale aanpak. Dat betekent dat onderwerpen als veiligheid, bereikbaarheid en duurzaamheid in de hele visie terugkomen. Zo zorgen we ervoor dat we de juiste keuzes maken.
De omgevingsvisie is een dynamisch document. Het is een ontwikkelingsvisie die met de tijd meegaat. Dat wil zeggen dat we de visie in de toekomst zullen aanpassen als er nieuwe ontwikkelingen zijn. Dit doen we op vaste momenten of op momenten dat maatschappelijke ontwikkelingen daarom vragen. Bijvoorbeeld als er nieuwe doelen zijn voor duurzame energie. Het proces van formuleren en het wijzigen van het beleid voor de fysieke leefomgeving wordt zo een cyclus. Dit is kenmerkend voor de Omgevingswet. De visie is de basis voor de invulling van andere instrumenten van de Omgevingswet. Dit zijn de programma's, het omgevingsplan en de vergunningen.
Doel
Wanneer de Omgevingswet in werking treedt, is de omgevingsvisie één van de kerninstrumenten van onze gemeente. Met de omgevingsvisie wordt duidelijk hoe we in onze gemeente de fysieke leefomgeving beschermen, benutten en ontwikkelen. We maken integrale afwegingen ten aanzien van vraagstukken en ontwikkelingen over de leefomgeving. Via de visie kunnen we zowel op gebieds- als themaniveau beoordelen of nieuwe ontwikkelingen passen bij de ambities en waarden van onze gemeente.
Daarnaast kunnen ook bewoners, ondernemers en andere partijen in de omgevingsvisie zien wat de ambities zijn en hoe hun plannen en ideeën daarbij aansluiten. Met de omgevingsvisie willen we bewoners, ondernemers en andere partijen inspireren. Het doel is om samen onze gemeente nog leefbaarder, veiliger, toekomstbestendiger en duurzamer te maken. In de visie staan de kaders die wij per gebied belangrijk vinden voor nieuwe initiatieven. Deze kaders komen terug in de thema's, waarden en ambities. Bekijk meer bij “hoe werkt de website”. Wij bepalen in de visie niet precies wat er ergens wel of niet moet gebeuren maar geven met kaders aan wat we belangrijk vinden. Zo nodigen we u als bewoner, ondernemer of andere partij uit om met plannen te komen die hierbij aansluiten.
Initiatief nemen
Een nieuw initiatief (plan of idee), dat niet past binnen de regels van onze gemeente (omgevingsplan), wordt getoetst aan de omgevingsvisie. Wanneer het initiatief aansluit bij de keuzes die wij maken in de omgevingsvisie, gaan we ermee aan de slag. Aan de slag betekent niet dat wij als gemeente het plan gaan uitvoeren. Samen met de initiatiefnemer bespreken we wie welke rol hierin pakt. De visie zelf maakt nog geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Vaak heeft u hiervoor een (nieuwe) omgevingsvergunning nodig of is een aanpassing van het omgevingsplan noodzakelijk.
Eisen uit de Omgevingswet
De omgevingsvisie is vormvrij. Dat betekent dat we als gemeente zelf keuzes kunnen maken in de vorm en de inhoud. In de Omgevingswet staan wel een aantal eisen waaraan de omgevingsvisie moet voldoen. Onder ‘gebieden’, ‘thema’s’, ‘waarden’ en ‘ambities’ staat informatie over de kwaliteit van onze fysieke leefomgeving. Ook beschrijven we de ontwikkelingen en trends voor de toekomst. Daarnaast dienen alle nieuwe initiatieven met de milieubeginselen (voorzorg, preventief handelen, bronbestrijding en de vervuiler betaalt) rekening te houden. Bij het formuleren van onze ambities hebben we ook de gevolgen van verschillende keuzes in beeld gebracht en meegewogen bij de milieuimpactbeoordeling (zie Proces).
Volgens de Omgevingswet, artikel 2.1 eerste lid, bevat een omgevingsvisie:
- een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving,
- de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied,
- de hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid.
Beleidscyclus
In de Omgevingswet staat de beleidscyclus centraal. Deze cyclus laat de samenhang tussen de omgevingsvisie en de andere instrumenten van de Omgevingswet zien. Het beschrijft hoe de overheid handelt in de fysieke leefomgeving. Daarnaast verbindt de beleidscyclus de instrumenten die de overheid daarvoor kan gebruiken logisch met elkaar.
Deze omgevingsvisie beschrijft beleid voor de fysieke leefomgeving en is daarmee het startpunt voor de beleidscyclus.
Het uitwerken en verder door laten werken van beleid gebeurt met andere instrumenten. Bijvoorbeeld met het programma en het omgevingsplan. In een programma staan maatregelen om bepaald beleid uit te kunnen voeren en doelen te behalen meer in detail beschreven dan in de omgevingsvisie. In een omgevingsplan staan de regels voor het inrichten en gebruiken van de leefomgeving. Denk aan regels voor bouwen, wonen en duurzaamheid. Aan de regels van het omgevingsplan worden nieuwe initiatieven getoetst. We stellen nieuwe regels op, als deze bijdragen aan het behalen van de ambities van de omgevingsvisie. Het omgevingsplan is breder dan het oude bestemmingsplan (met thema’s als energie en klimaat). Het is bovendien op een nieuwe manier ingestoken: van “nee, mits” naar “ja, tenzij”.
Na het beschrijven van maatregelen en regels stopt de beleidscyclus niet. We kijken of we met de maatregelen en regels de gewenste doelen halen. Op basis daarvan wordt gekeken of aanpassen of veranderen van het beleid nodig is. Zo ja, dan kan het (op onderdelen) aanpassen van de omgevingsvisie de eerste stap zijn. Daarna doorlopen we weer de rest van de cyclus.

Samenwerken met de omgevingsvisie
Deze omgevingsvisie is niet een eindproduct, maar juist het begin van een ontwikkeling. De omgevingsvisie en de bijhorende milieuimpactbeoordeling (zie Proces) zijn de eerste onderdelen van het integrale afwegingskader voor de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving. We wegen de ontwikkelingen af tegen onze ambities. Weliswaar globaal, maar gericht op de bijdrage aan kwaliteit. Gemeente, inwoners, bedrijven en organisaties gebruiken dat afwegingskader bij het werken aan de ontwikkeling van de leefomgeving van onze gemeente: samen en integraal. De omgevingsvisie vraagt om een verdere vertaling van de ambities naar de verschillende, gebieden en thema’s. We vullen de cyclus verder in met de actualisaties van de omgevingsvisie, de programma’s en het omgevingsplan. De Omgevingswet gaat ervan uit dat eind 2029 voor het hele grondgebied van onze gemeente een omgevingsplan is vastgesteld.