In deze omgevingsvisie hebben we ons strategisch beleid op hoofdlijnen voor de fysieke leefomgeving tot 2040 uiteengezet. De Omgevingswet gaat er van uit dat het beleid voor de fysieke leefomgeving in één document, de omgevingsvisie, in samenhang is beschouwd en opgenomen. In de praktijk is “de winkel tijdens de verbouwing” gewoon open gebleven. Dit betekent dat er nieuw beleid in ontwikkeling is (bijvoorbeeld de woonvisie), maar er ook al langer bestaand beleid van kracht is. Het bestaande beleid kent vaak een beleids- en uitvoeringscomponent en kan niet altijd 1- op-1 worden opgenomen in de omgevingsvisie. Het simpelweg intrekken van het bestaande beleid dat betrekking heeft op de fysieke leefomgeving zou betekenen dat er allerlei hiaten en leemtes gaan ontstaan. Dat willen we uiteraard voorkomen.
De vier verbeterdoelen van de Omgevingswet
De Omgevingswet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. De wet vormt de basis voor de samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving. De Omgevingswet beoogt vier verbeteringen te brengen: 1) Minder en overzichtelijke regels, 2) van een sectorale naar een samenhangende benadering van de leefomgeving, 3) meer ruimte voor lokaal maatwerk en 4) snellere en betere besluitvorming. Deze vier verbeterdoelen vormen de basis voor de gemeente om invulling te geven aan de instrumenten van de Omgevingswet.

De omgevingsvisie is een voorbeeld bij uitstek waarin een integrale afweging gemaakt wordt van fysieke, sociale en maatschappelijke belangen in de leefomgeving. Er is nadrukkelijk aandacht besteed aan de lokale eigenheid en wat dat betekent voor beleid. Zowel van de gemeente als geheel als van de afzonderlijke kernen. In de omgevingsvisie legt de gemeente haar ambities en beleidsdoelen voor de lange termijn vast. In combinatie met de nog te ontwikkelen programma’s is het mogelijk om ons beleid op de kortere termijn indien nodig aan te passen aan de steeds sneller veranderende samenleving.
Beleid, regelgeving en uitvoering
Om in de toekomst de beleidscyclus op een goede wijze te kunnen hanteren vraagt dit om een nieuwe benadering van beleid en uitvoering. Met de vaststelling van deze omgevingsvisie maken we hiermee een start. We leggen het eerste fundament voor de wijze waarop we het bestaande beleid en de lopende trajecten gaan organiseren. We willen bereiken dat ons beleid, in de geest van de Omgevingswet, meer in samenhang wordt bezien (van sectoraal naar integraal). De transformatie zal de komende jaren gaandeweg gaan plaatsvinden.
In de onderstaande figuur is een aanzet gemaakt hoe bestaand beleid en regelgeving zich verhoudt tot de instrumenten uit de Omgevingswet.

Programma's
Het programma is een nieuw instrument in de Omgevingswet dat meerdere doelen kan dienen. Het programma kan:
- een uitwerking van het beleid voor ontwikkeling, gebruik, beheer, bescherming en behoud van de fysieke leefomgeving zijn.
- maatregelen bevatten om aan omgevingswaarden te voldoen.
- maatregelen bevatten om één of meer andere doelstellingen voor de fysieke leefomgeving te bereiken.
- Burgemeester en wethouders stellen deze programma's vast. Bij nieuw programma wordt een participatietraject doorlopen.
Een programma moet altijd bijdragen aan de vier hoofdambities;
- Behoud Dongens DNA;
- Economie van morgen;
- Gezonde leefomgeving;
- Duurzaamheid.
We willen de hoofddoelen uit de omgevingsvisie uitwerken in integrale beleidsprogramma’s. Een voorstel voor deze programma’s is in onderstaande figuur weergegeven. Deze lijst met programma's is echter niet in beton gegoten. Door nieuwe vraagstukken, actualisaties en andere ontwikkelingen kunnen we programma's toevoegen, samenvoegen of wijzigen.

De gemeente heeft nu al een aantal visies/beleidsnota's die we in de systematiek van de Omgevingswet als programma kunnen zien. We geven deze lopende trajecten een plek. Daarnaast zijn er ook vastgestelde sectorale of thematische beleidsdocumenten (zoals de Onderwijsvisie en de Beleidsvisie externe veiligheid) die nog steeds actueel zijn. Deze sectorale (beleids)documenten worden onder de beleidsgerichte programma’s “gehangen”. Bij het opstellen van de integrale beleidsprogramma’s kunnen deze komen te vervallen.
Bij het opstellen van het omgevingsplan wordt bepaald welke visie- en programmaonderdelen hierin worden geborgd.
- We rangschikken ons bestaand beleid onder de beleidsgerichte programma’s;
- We spreken niet meer over “visies” (bijvoorbeeld “woonvisie”) maar over programma’s. De term visie is voorbehouden aan de omgevingsvisie. Dit om in de toekomst verwarring te voorkomen;
- De programma’s (dit kunnen beleidsprogramma’s of gebiedsgerichte programma’s zijn) passen binnen het beleid van de omgevingsvisie. Is dit niet het geval, dan wordt de visie geactualiseerd of herijkt. Zo houden we ons beleid actueel en voorkomen we dat er beleidsconflicten ontstaan.
Deze nieuwe ordening heeft uiteraard geen consequenties voor de inhoud van het beleid en/of beleidskeuzes. Dit is aan de gemeenteraad.